De overheid wil het aantal mensen dat problematische schulden heeft, of het risico loopt daarop, verminderen. Maar diezelfde overheid blijkt een van de grootste veroorzakers van schulden te zijn.
Het onderwerp veroorzaakt geen politieke rel of journalistieke hype op het Binnenhof. Armoede en schulden zijn daarvoor een te hardnekkig en taai probleem, in de samenleving én voor de overheid. Het is daardoor welhaast symbolisch dat het overleg, afgelopen week, tussen toch maar liefst drie betrokken bewindspersonen en de Tweede Kamer wordt gehouden in een van de kleinste vergaderzalen van het Binnenhof. Een beetje bescheidenheid is gepast.
De taaiheid begint al met de definitie van armoede, een eenduidige is er niet. De overheid zelf schatte vorig jaar dat ongeveer 1,4 miljoen huishoudens problematische schulden hebben of risico lopen daarop. Er is sprake van problematische schulden als deze niet meer in drie jaar kunnen worden afgelost. Dan komt een huishouden in principe in aanmerking voor schuldhulpverlening door de gemeente. Van die 1,4 miljoen huishoudens zijn er echter slechts tweehonderdduizend bekend bij gemeenten of schuldhulporganisaties.
Lees het complete artikel bij de Groene Amsterdammer: