Bij beschermd wonen, gaat het om het bieden van onderdak en begeleiding aan personen met een psychische aandoening. Het gaat om personen bij wie op participatie gerichte ondersteuning vanuit een beschermende woonomgeving centraal staat.
Onder beschermd wonen, wordt in de Wmo 2015 verstaan:
• wonen in een accommodatie van een instelling;
• met het daarbij behorende toezicht en begeleiding;
• gericht op het bevorderen en herstel van zelfredzaamheid en participatie;
• gericht op het bevorderen van het psychisch en psychosociaal functioneren;
• gericht op stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld;
• gericht op het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast;
• gericht op het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen;
• bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Voor het bieden van beschermd wonen kan aanleiding bestaan indien iemand er vanwege psychische problematiek niet in slaagt om zelfstandig te wonen zonder de directe nabijheid van 24 uur per dag toezicht of ondersteuning. Tot nu toe wonen veel mensen die zich vanwege psychische problemen niet zelfstandig kunnen handhaven in regionale instellingen voor beschermd wonen (RIBW).
Maatwerkvoorziening
In geval van beschermd wonen of opvang geldt het criterium dat de betrokkene – indien dat kan en zo snel als mogelijk – weer in staat is zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. De maatwerkvoorziening geldt voor alle gevallen waarin iemand problemen heeft met zijn zelfredzaamheid en participatie of beschermd wonen of opvang nodig heeft.
Bewoners wonen zo zelfstandig mogelijk met ondersteuning van de begeleiders. Elke bewoner krijgt de begeleiding die hij of zij nodig heeft. Ze maken daarover afspraken in een begeleidingsplan. De begeleiders kunnen helpen met persoonlijke verzorging, het huishouden en het vinden van dagbesteding. Ze komen langs op afspraak en als er iets is, zijn ze altijd telefonisch bereikbaar.
De dame in mijn verhaal had vanmiddag een afspraak met haar begeleider maar het was gisteravond dat ze in de war raakte en dat doe je niet op afspraak !!!
Inderdaad, de bewoners zijn erg zelfstandig. Zo zelfstandig dat ze de mogelijkheid hebben om alleen boodschappen te gaan doen bij de Hoogvliet om de hoek en het risico lopen om midden op straat terecht te komen en tegen een boom te leunen mompelend: Waar ben ik? Ik begrijp er niets meer van … Waar ben ik? Wat doe ik hier? En zo door, achter elkaar … tientallen keren..
Dat overkwam de vrouw die ik gisteravond zo aantrof.
Eerst hield ik deze dame een tijdje in de gaten, me afvragend of ik me er wel of niet mee moest bemoeien. Ik weet dat er verderop twee huizen zijn waar mensen begeleid wonen. Ik zie de bewoners al jaren naar de Hoogvliet lopen. Vroeger in groepjes met een begeleider erbij maar tegenwoordig ook enkelingen. De laatste tijd vallen ze mij ook meer op dan vroeger. Maar om eerlijk te zijn heb ik me er niet echt in verdiept. Ik vind dit een moeilijk onderwerp. Is het omdat er te weinig personeel is of is het omdat men denkt dat het goed is voor de zelfredzaamheid van iemand als ze alleen naar de winkel gaan, alleen op straat lopen, of komt het gewoon goed uit vanwege bezuinigingen en te kort aan personeel?
De dame die ik gisteravond op straat tegen kwam was duidelijk niet in staat om alleen op straat te lopen. Toen ik haar uiteindelijk benaderde omdat ik het onverantwoord vond haar daar alleen te laten, vertelde ze dat ze zich de hele week al niet lekker voelde maar dat niemand haar geloofde, dat niemand naar haar luisterde. En ik ben geen dokter, maar ik vond dat de vrouw er niet goed uit zag, ze zag geel in haar gezicht en ik maakte me zorgen over haar.
Ik pakte de haar bij haar arm en wij liepen op ons gemak, maar eigenlijk niet echt want ze liep bijzonder moeilijk en erg langzaam, naar haar woongelegenheid. Ze was ondertussen genoeg bij de les om me te vertellen waar ze woonde. Ook klaagde ze onderweg over de bejegening. Ik dacht: waar rook is, zou zomaar vuur kunnen zijn, maar ik besloot om mijzelf pas een mening hierover te vormen als ik iemand van de begeleiding had gesproken.
Toen wij aan de deur van de woonvoorziening kwamen, ging de deur open en een medebewoner keek ons aan met een verbaasde blik. Toen ik hem uitlegde dat ik deze dame een beetje in de war op straat gevonden had, ging hij iemand roepen.
Er kwam een jonge blonde dame van rond de 28 die me aankeek. Toen ik zei dat ik de dame een beetje in de war bij een boom had getroffen, zei ze: ”naar je kamer jij!” En ze probeerde de deur dicht te doen. Ze keek mij aan alsof ik iets verkeerd had gedaan. Geen dankjewel, en tegen de vrouw geen “joh meid, voel je je niet zo lekker” of “ben je niet goed geworden?” Nee, “naar je kamer jij!”
Ligt het aan mij dat ik dit raar vind, of is dit de manier om met je cliënten om te gaan? De verwarde dame in kwestie is rond de veertig en de medewerkster veel jonger. Geen respect als je het mij vraagt! Ik vertelde haar wat ik van haar gedrag vond en ging weg.
Na een paar minuten kwam een man van rond de dertig mij achterop. Hij vroeg mij wie ik ben en wat ik kwam doen. Toen ik het hem uitlegde en vertelde waarom ik boos was en dat deze dame zich verwaarloosd voelde, kreeg ik als antwoord dat zij deze dame iedere dag spraken en dat deze dame er vrijwillig woont en als ze boodschappen wil gaan doen dan kan dat. Zij kennen haar en of ik me met eigen zaken wilde bemoeien.
Dat deze mensen het gevoel hebben dat er geen aandacht aan ze wordt besteed verbaast me niet echt. Want laten we eerlijk zijn, wat ik gisteravond heb meegemaakt en de manier waarop ik werd behandeld, er kon er niet eens een bedankje van af voor het feit dat ik een van een cliënten had teruggebracht. Ook werd niets over mijn gesprek met de cliënt gevraagd. En de cliënt zelf werd als een kind naar haar kamer toe gestuurd.
Als ik lees wat onder beschermd wonen in de Wmo 2015 wordt verstaan vind ik dat er gisteravond op diverse punten te kort werd geschoten of tegenstrijdig ten opzichten van deze punten werd gehandeld.
Dit is niet zomaar een incident ben ik bang. Het past bij de signalen die we herhaaldelijk ontvangen en ik moet toegeven dat ik mij als cliëntenraadslid en belangenbehartiger in de maatschappelijke opvang en de geestelijke gezondheidszorg echt zorgen maak over de cliënten. Ik zal niet beweren dat de bedoelingen niet goed zijn, maar ze krijgen in de praktijk niet altijd de kans om gerealiseerd te worden. Komt het door ziekteverzuim, tekort aan personeel of bezui-nigingen? Hoe dan ook, de cliënten zijn de dupe en wij moeten oplossingen vinden om te voorkomen dat de kwaliteit van de zorg ernstig achteruit gaat.
Eve Bardin