Aan:
De Griffie van de Tweede Kamercommissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
T.a.v. de heer Esmeijer
Cc Dhr. M. van Ooijen Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
2 december 2022
Geachte leden van de Tweede Kamer,
Op 7 december vindt in de Commissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport het Commissiedebat Maatschappelijke Opvang/Beschermd wonen plaats. Op de agenda staat het Plan van Aanpak kwetsbare dakloze EU-burgers. We zijn positief over het feit dat er specifiek aandacht is voor deze groep die onterecht overal buiten de boot valt en waarvan wij er steeds meer in steeds erbarmelijker situaties op straat zien. Wij zien ook dat na jaren van daverende stilte in sommige steden op eigen initiatief kleine stappen worden gemaakt om de ergste misstanden tegen te gaan. Het voorliggend Plan van Aanpak is ontwikkeld in aanvulling op het rapport van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten uit 2020. In het advies ‘Geen tweederangsburgers’ constateerde het Aanjaagteam onder leiding van de heer Roemer terecht dat de Nederlandse wet- en regelgeving er niet voldoende in slaagt om arbeidsmigranten te beschermen.
Wij constateren helaas dat de rechten van dakloze EU-arbeidsmigranten dagelijks worden geschonden. Ook het voorliggende plan van aanpak dreigt hier onvoldoende verschil in te brengen. Er wordt met twee maten gemeten waarbij er onderscheid wordt gemaakt tussen dakloze EU- migranten en andere dakloze mensen. Een onderscheid wat in veel gevallen niet rechtmatig is en wat moet worden gestopt.
In ons land zijn veel arbeidsmigranten de dupe van de enorme flexibilisering van de arbeidsmarkt. Van de ene op andere dag kan iemand met een flexibel contract op straat komen te staan. Eenmaal op straat ontstaat een enorme kwetsbaarheid. Door deze arbeidsmigranten tijdelijk opvang, bijstand en zorg te bieden, waar ze volgens de wet ook recht op hebben, wordt erger voorkomen en kunnen mensen weer door naar een baan en een menswaardig bestaan.
Wij zijn vertegenwoordigers van organisaties die zich inzetten voor het belang van (dreigend) dakloze mensen in Nederland. In deze brief delen wij vanuit de dagelijkse praktijk onze zorg over de manier waarop dakloze EU-migranten vaak aan hun lot worden overgelaten. We zien een enorme toename van EU-migranten onder de buitenslapers omdat hen onterecht de toegang tot opvang, bijstand en zorg wordt ontkend.
Casus: In Den Haag is de Permanente winteropvang geopend. Dakloze EU-migranten worden als groep uitgesloten van deze opvang tenzij je ernstig ziek bent. Dit is onrechtmatig omdat per individu moet worden beoordeeld of er verblijfsrechten zijn opgebouwd. Er is verder geen maatschappelijke opvang voor EU- migranten.
Casus: In Amsterdam volgt de gemeente niet dezelfde procedure als bij een bijstandsuitkering wanneer het gaat om de aanvraag van maatschappelijke opvang door een dakloze EU-migrant. Er wordt namelijk niet door de gemeente aan de IND gevraagd om onderzoek naar iemands rechtmatig verblijf. Wij maakten mee dat de gemeente zelf het recht op verblijf ging toetsen, door te vragen naar bewijzen van een toereikend arbeidsverleden, en daarmee op de stoel van de IND ging zitten. Nadat wij de GGD hierop wezen dat zij een dergelijk onderzoek helemaal niet mogen doen, lijken ze hiermee te zijn gestopt. Sindsdien wordt aan EU-burgers echter verteld dat zij zelf bij de IND een bewijs van het verblijfsrecht moeten halen. Probleem daarbij: dat kan helemaal niet! De IND, zo is ons meerdere malen uitgelegd door medewerkers daar, doet geen verblijfsrechtonderzoek op verzoek van burgers. ‘Daar moet de gemeente Amsterdam een verzoek voor indienen.’ Precies zoals bij de aanvraag van een uitkering dus. (door: Straatalliantie)
In Utrecht is de opvang gescheiden in reguliere opvang voor zogenaamd “rechthebbenden” en aparte opvang voor zogenaamd “niet-rechthebbenden”. Voor die laatste groep is er alleen plek tijdens koudweer-regelingen en, dit jaar voor het eerst, winteropvang voor een zeer beperkte als kwetsbaar beoordeelde groep. De rechten van een persoon worden niet individueel beoordeeld, maar aangenomen op basis van nationaliteit. Hierbij worden EU-burgers automatisch beschouwd als niet-rechthebbend, tenzij een ‘duurzaam verblijf’-document kan worden overlegd.
Dakloze EU-migranten met verblijfsrecht moeten op dezelfde manier worden behandeld als andere dakloze mensen.
Jarenlang werden EU-burgers door gemeenten en maatschappelijke organisaties als groep onder de zogenaamd niet-rechthebbenden geschaard. Hiermee werd de suggestie gewekt dat de gehele groep dakloze EU-migranten geen recht zou hebben op toegang tot maatschappelijke opvang, bijstand en zorg. Allereerst willen wij opmerken dat het van groot belang is dat de term niet-rechthebbend voor eens en voor altijd moet worden geschrapt. Alle mensen hebben rechten!
Daarnaast kunnen mensen niet worden weggezet als een groep want dat creëert een situatie van ongeoorloofde ongelijke behandeling. Bij elke dakloze EU-migrant moet een individuele beoordeling plaatsvinden met betrekking tot de vraag of er een verblijfsrecht is opgebouwd. Indien dit het geval is moeten zij net als iedere andere Nederlander worden behandeld. In het plan van aanpak wordt erkend dat veel overheden dakloze EU-burgers als één homogene groep behandelen. Op het moment dat een arbeidsmigrant zijn werk en woning verliest en gezien wordt als “dakloze EU-burger”, zorgt dit er direct voor dat veel deuren van mogelijke hulp sluiten, terwijl dat zeker voor de groep die recent werk heeft gehad in Nederland eigenlijk niet zo zou moeten zijn. Vaak is onbekend dat deze EU-burgers (en hun familieleden) bij ziekte of na verlies van werk op basis van regelgeving nog minstens een halfjaar – vaak nog langer – als rechtmatig verblijvende “werknemer” behandeld moeten worden als zij zich inschrijven bij het UWV. Wanneer een EU-burger in het verleden vijf jaar achtereen rechtmatig in Nederland heeft verbleven is bovendien een duurzaam verblijfsrecht ontstaan.
Suggesties voor vragen aan de Staatssecretaris:
• Is de staatssecretaris het er mee eens dat dakloze EU-migranten in de huidige situatie waarbij zij als groep de toegang tot opvang, uitkering en zorg wordt ontzegd een situatie van ongeoorloofde ongelijke behandeling is? Wat gaat de Staatssecretaris doen om deze situatie in gemeenten zo snel mogelijk te veranderen?
• Veel gemeenten sluiten de hele groep automatisch uit van opvang, omdat ze ‘niet rechthebbend’ zouden zijn. Kan de Staatssecretaris aangeven of hij het eens is met de duiding van deze groep? Bestaan er volgens de Staatssecretaris mensen die ‘niet rechthebbend’ zijn?
• Het verblijfsrecht van EU-migranten moet door de IND worden vastgesteld. Pas als de IND besloten heeft het verblijfsrecht te beëindigen, mogen gemeenten EU-burgers de toegang tot de opvang, bijstand en zorg weigeren. Is de Staatssecretaris op de hoogte van het feit dat de gemeente zelf de beoordeling uitvoert zoals de GGD in Amsterdam en het daklozenloket in Den Haag? Dit creëert willekeur en onwenselijke lokale verschillen. Kan de Staatssecretaris zo snel mogelijk een einde maken aan deze ongewenste situatie?
• Is de Staatssecretaris zich er van bewust dat dakloze EU-migranten die in Nederland hebben gewerkt, ook als ze tijdelijk werkloos zijn en ingeschreven staan als werkzoekend bij het UWV, en hun familieleden verblijfsrecht hebben en daarmee dezelfde rechten hebben als andere dakloze mensen? Kan de Staatssecretaris bevestigen dat de actielijnen uit het ‘Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis’, ook gelden voor dakloze EU-migranten met verblijfsrecht?
• Kan de Staatssecretaris uitleggen hoe de gekozen indeling in groepen in het plan van aanpak kwetsbare dakloze EU-burgers op basis van de periode waarop iemand geen werk meer heeft in lijn is met EU-recht?
Onafhankelijke Clientondersteuning en inzet van ervaringskennis
In het Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis wordt benadrukt dat het van groot belang is om te investeren in betere rechtsbescherming, middels betere kennis over rechten en betere informatievoorziening. Onafhankelijke cliëntondersteuning en sociaal-juridisch advies specifiek voor dakloze mensen zodat zij laagdrempelige toegang hebben tot recht is hiervoor belangrijk. Bovendien zien we dat ook bij gemeenten vaak de juridische kennis ontbreekt op dit terrein. Ook daarin kunnen OCO/juridische ondersteuning een rol spelen. Ook in de aanbevelingen van het aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten staat benoemd dat rechten van EU-migranten op laagdrempelige wijze moet worden afgedwongen.” (Geen Tweederangsburgers, pag.17).
In het Plan van Aanpak dakloze kwetsbare EU-migranten komt deze belangrijke rol van onafhankelijke cliëntondersteuners en sociaal-juridische raadslieden echter niet terug.
Suggestie voor vragen aan de Staatssecretaris
• Kan de Staatssecretaris een deel van de middelen die via een Specifieke Uitkering ter beschikking wordt gesteld aan gemeenten voor de uitvoering van dit Plan van Aanpak oormerken voor het verder ondersteunen van onafhankelijke cliëntondersteuning (onafhankelijk van zorgpartijen en opvanginstellingen), laagdrempelige sociaal-juridische dienstverlening m.b.v. straatadvocaten en belangenbehartiging op lokaal en landelijk niveau?
De inzet van ervaringskennis. Het heeft een enorme meerwaarde wanneer de overheid, van Rijk tot aan gemeentelijk niveau- aan de beleidstafel continue gebruik maakt van de inbreng van mensen met ervaringskennis en hun belangenbehartigers.
Suggesties voor vragen aan de Staatssecretaris
• Kan de Staatssecretaris toezeggen dat belangenorganisaties en mensen met ervaringskennis worden betrokken bij de ontwikkeling van de lokale aanpak en bij de voortzetting van ambtelijk en bestuurlijk overleg tussen gemeenten en betrokken ministeries rond de uitvoering en de monitoring van dit plan?
Conclusie
We zijn positief over het feit dat er specifiek aandacht is voor deze groep dakloze mensen. Echter, het Plan van Aanpak schiet tekort in het bieden van de toegang tot opvang, bijstand en zorg waar deze EU-burgers in ieder geval deels recht op hebben. Zij hebben onder voorwaarden dezelfde rechten als Nederlandse burgers in eenzelfde situatie. Het plan van aanpak bestendigt het idee dat de mensen in deze groep als geheel ‘tweederangs burgers’ zijn (of ‘niet rechthebbend’). Dit is op veel niveaus onaanvaardbaar, niet in de laatste plaats omdat het niet in lijn is met EU-recht. In alle situaties moet gekeken worden naar de individuele rechtenopbouw van een EU-burger om te bepalen of hij of zij recht heeft op een bepaalde voorziening en tot op de dag van vandaag wordt dit in geen van de gemeenten gedaan. Er is geen plan van aanpak nodig om hier per direct mee te beginnen en de uitsluiting van de gehele groep dakloze EU-immigranten van opvang, bijstand en zorg terug te draaien.
Met vriendelijke groeten,
Annahuis, Breda
Basisberaad, Rotterdam
FairWork, Amsterdam
Stichting Goud, Utrecht
Stichting LOS, Rotterdam
Stichting Ontmoeting, Rotterdam
Straatalliantie Amsterdam (de daklozenvakbond, Bureau Straatjurist, Belangenvereniging Drugsgebruikers MDHG)
Straat Consulaat Den Haag
Wij zijn graag bereid u nader te informeren en vragen te beantwoorden naar aanleiding van deze brief. Hiervoor kunt u terecht bij: Marlies Filbri, Directeur Straat Consulaat, 06-43833590 email: marlies@straatconsulaat.nl Voor juridische vragen kunt u terecht bij Dion Kramer: 06-21705953
Download de brief hier in PDF bestand
Foto: Straat Consulaat.