Gemeenten zouden bij de handhaving rond uitkeringen voor daklozen meer rekening moeten houden met de effecten daarvan op het netwerk van de dakloze, vindt de Federatie Opvang. Beleidsadviseur Rina Beers zegt dat naar aanleiding van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB). Die oordeelde dat de gemeente Amsterdam op basis van slordig onderzoek een dakloze een bijstandsuitkering heeft geweigerd.

Verblijflocaties

De dakloze, die sinds maart 2018 bijstand ontvangt, moest bij de aanvraag van zijn bijstandsuitkering in 2017 het formulier ‘Inlichtingen en opgave verblijflocatie(s) dak- en thuisloze’ invullen. Hij gaf daarbij vier adressen op en de tijden waarop hij meestal aan deze adressen verbleef. Elke ochtend was hij ongeveer om 7 of 6 uur ’s ochtends van zijn verblijfadres vertrokken. Het was daarom niet verwonderlijk dat de twee handhavers, die meestal later in de ochtend ter controle bij de adressen aanbelden, meestal voor een gesloten deur stonden. Soms belden zij ook niet aan en wachtten de handhavers tot de aanvrager kwam opdagen, tevergeefs. Geen enkele keer troffen zij de aanvrager aan. Reden genoeg voor de gemeente om de uitkeringsaanvraag af te wijzen omdat de aanvrager de inlichtingenplicht niet nakwam.

Lees het complete artikel op de website van Binnenlands bestuur:

'Controledenken ondergraaft netwerken daklozen'