Steeds meer gemeenten zetten in op Housing First. Zulke nieuwe vormen van wonen met begeleiding worden gestimuleerd door Een (t)huis, een toekomst, een brede aanpak dak- en thuisloosheid. Hoe pak je dit precies aan? En voor welke doelgroepen is het concept geschikt? We gaan te rade bij Den Haag, dat er al tien jaar mee werkt voor een grote groep langdurig dak- en thuisloze mensen met meervoudige problemen. En bij Heerenveen, onderdeel van centrumgemeente Leeuwarden, waar ze experimenteren met Housing First voor gezinnen.
Als niks meer werkt
Housing First is een Amerikaans model voor groepen mensen bij wie al het eerdere hulpaanbod niet werkte. De filosofie waaide in 2006 over naar Nederland, waar Amsterdam ermee begon. “Inmiddels werken al bijna negentig gemeenten met Housing First. Dat is natuurlijk prachtig, maar we moeten ervoor waken dat het begeleidingsmodel niet verwatert”, zegt Melanie Schmit, projectleider en voorzitter Housing First Nederland & programmamanager zorg bij LIMOR. “Want Housing First is zoveel meer dan alleen een huis. Deelnemers krijgen intensieve begeleiding en die duurt zo lang als nodig is. Het is altijd maatwerk. De hulp is laagdrempelig omdat er geen voorwaarden worden gesteld. De deelnemer bepaalt het tempo en maakt de keuzes; de begeleider volgt. Dat is een heel andere aanvliegroute dan we met z’n allen gewend zijn en vergt een andere houding van de begeleider. Die komt niet aanzetten met plannen, formulieren en resultaten. Eerst gaan ze elkaar leren kennen en tijd met elkaar doorbrengen. Samen de woning inrichten, praten over het wonen, contact met de buren leggen.”
Lees het complete artikel op de website van magazines.rijksoverheid.nl