De afgelopen jaren zijn grote stappen gezet op het gebied van dakloosheid, qua kwaliteit van de opvang en begeleiding. Tegelijkertijd is er nog steeds te weinig aandacht voor de structurele oorzaken, met voorop de bestaansonzekerheid en het tekort aan betaalbare woningen.
Dit essay beschrijft de uitdagingen om te komen tot een betere aanpak. Opvallend: er is een gebrek aan eenduidigheid over wat dakloosheid is. Dat heeft gevolgen voor de politieke keuze hoeveel geld er beschikbaar is voor daklozen.
In vrijwel alle landen van de Europese Unie tekent zich een sterke stijging af van het aantal dak- en thuislozen. In een poging om het tij te keren, heeft de Europese Commissie op 21 juni 2021 een verklaring ondertekend. Daarin beloven de lidstaten dakloosheid te beëindigen. In deze verklaring – de ‘Lisbon declaration to combat homelessness’ – staat dat:
- niemand buiten hoeft te slapen door gebrek aan goede opvang;
- niemand langer dan nodig in de opvang hoeft te verblijven;
- niemand de gevangenis of het ziekenhuis verlaat zonder adequate huisvesting;
- zo min mogelijk mensen uit hun huis gezet worden en niemand uit huis gezet wordt zonder ondersteuning naar een passende huisvesting;
- en dat mensen die dakloos zijn, daar niet om worden gediscrimineerd.
Dat roept de vraag op: waar staan we in Nederland met het terugdringen van dakloosheid? Is daarop de afgelopen decennia vooruitgang geboekt? Aan welke uitdagingen moeten we nog werken?
Lees het complete artikel op de website van sociale vraagstukken: