Wij zijn erg enthousiast over de brief die staatssecretaris van Rijn op 10 december jl. zond aan de voorzitter van de Tweede Kamer. Met name deze drie stukjes vonden wij interessant:
De maatschappelijke opvang moet als vangnetvoorziening landelijk toegankelijk zijn. Ik wil dat de uitvoeringspraktijk van gemeenten voldoet aan de daaraan gestelde wettelijke eisen. Dat betekent dat burgers die dat nodig hebben altijd bij een centrumgemeente terecht moeten kunnen, ook als wordt vastgesteld dat een traject in een andere gemeente meer kans van slagen heeft. Het doorverwijzen naar een andere centrumgemeente kan alleen als er een warme overdracht plaatsvindt. Ook dienen burgers de rechtsbescherming te krijgen die hen toekomt bij besluiten van de gemeente, bijvoorbeeld door tegen deze besluiten in beroep te kunnen gaan.VNG heeft samen met Federatie Opvang de handreiking aangepast. Deze bevat criteria aan de hand waarvan samen met de cliënt bepaald kan worden waar het opvang- en ondersteuningstraject het meest passend is. En deze mogen door gemeenten niet worden gebruikt om cliënten die een beroep doen op een opvangvoorziening af te wijzen. Wethouders staan hier achter en zullen deze afspraken bekrachtigen in een convenant (ondertekening begin 2015).
De eis van schuldhulpverleners dat er tijdens de schuldsanering geen nieuwe schulden mogen worden aangegaan, zou niet het mogen volgen van een opleiding in de weg mogen staan. Er is een belangrijke rol voor gemeenten weggelegd om binnen het sociale domein knelpunten die jogneren ervaren – zoals problematische schulden – weg te nemen. Er dient sprake te zijn van een verfijnd samenspel tussen gemeenten, het onderwijs en – indien van toepassing – van de opvanginstelling.
Nog meer interessante dingen in deze brief, ook over boetes uitdelen op straat, enz. Maar bovenstaande sprongen er wat ons betreft uit en wij zijn erg benieuwd hoe dit uiteindelijk uitgevoerd gaat worden.
Op blz. 3 in het midden staat: “Het komt echter aan op de uitvoering. Nog te vaak gaat het mis, met persoonlijk leed tot gevolg. Ik vind dit niet acceptabel.”