Na een vernietigend rapport over de daklozenopvang gooit de gemeente Den Haag het roer om. Met hulp van de daklozen.
De karakterloze vergaderzaal in het Haagse stadhuis is omgetoverd. Het ruikt er naar soep en koffie. Op tafel ligt een papieren kerstkleed en staan schalen met muffins en schoteltjes met kerstkransjes. „Voor de feestvreugde”, zegt de wethouder. Hij houdt een stapel papieren omhoog: zijn plan om de daklozenopvang in Den Haag te verbeteren. Met het nieuws dat er vanaf 1 januari jaarlijks structureel 4,5 miljoen euro beschikbaar is voor onder meer kleinere opvangplekken, meer begeleiding en zorg, en meer 24-uursopvang.
Aan tafel de mensen om wie het gaat: zo’n twintig dak- en thuislozen, mensen die in de opvang zitten of net weer zelfstandig wonen, vrijwilligers van daklozenorganisaties en de straatpastor. Ze geven wethouder Bert van Alphen (maatschappelijke opvang, GroenLinks) een applaus. En hij hen: deze groep dacht mee.
Sinds de zomer vergaderden de daklozen om de zes weken op het stadhuis, om Van Alphen van ideeën te voorzien.
Hij zegt: „Niemand heeft iets aan papieren oplossingen. Het gaat erom dat plannen aansluiten bij de werkelijkheid op straat.”
Elly Burgering van belangenorganisatie het Straat Consulaat, zegt: „De problemen van daklozen worden vaak gebagatelliseerd. Ik ben blij met het besef van urgentie.” Al is „iedere dag één te veel als je op straat bent”. Rond de tafel wordt instemmend gemompeld.
Lees het complete artikel via de onderstaande link: