Een Edo’tje: wanneer het net niet meer helemaal gepast is tóch nog even je punt maken. Wie weleens met Edo Paardekooper Overman vergaderde – en vergaderen deed hij veel – kende de uitdrukking en wist dat je hem beter niet de mond kon snoeren.
Een succesvolle carrière bij een bank, een eigen huis en twee zoons: het zijn ingrediënten voor een gelukkig leven. Maar Paardekooper Overman kende ook eenzaamheid, een burn-out en depressies, en belandde in 2004 na een relatiebreuk op straat. Drie maanden zwierf hij door de straten van Haarlem, daarna bood het Leger des Heils hem onderdak. Dakloos zijn vond hij de meest extreme vorm van uitsluiting. ‘Je hoort dat je niet meer mag meedoen, dat je moet boeten.’ Toen hij na ruim een jaar zijn eigen leven weer op de rit had, gebruikte hij zijn ervaringen om lotgenoten te ondersteunen en een stem te geven.
Lees het complete artikel op de website van de Volkskrant: