Antwoord in het kort
De Wmo valt in principe binnen de werkingssfeer van artikel 24 lid 2 Burgerschapsrichtlijn, waarin de mogelijkheid wordt geboden om aanspraak op (een vorm van) sociale bijstand gedurende de eerste drie maanden van verblijf in een EU-lidstaat uit te sluiten. Echter, de wetgever in Nederland heeft bepaald dat er alleen gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om sociale bijstand in de vorm van Wmo-zorg gedurende de eerste drie maanden uit te sluiten in het geval van maatwerkvoorzieningen voor opvang wanneer de reden voor die opvang een andere reden betreft dan huiselijk geweld.
De Wmo en het begrip sociale bijstand in de burgerschapsrichtlijn
De Burgerschapsrichtlijn 2004/38/EG bevat diverse rechten voor alle burgers van de Unie inzake hun recht op vrij verkeer. Burgers van de Unie zijn alle burgers van een lidstaat van de Europese Unie, zoals volgt uit artikel 2 lid 1 Burgerschapsrichtlijn. Op grond van artikel 24 lid 1 hebben zij in Nederland recht op behandeling die gelijk is aan de behandeling van Nederlandse burgers. Artikel 24 lid 2 Burgerschapsrichtlijn geeft echter aan dat lidstaten het recht hebben om van lid 1 af te wijken als het gaat om sociale bijstand.
Lees het complete artikel op de website van europadecentraal.nl:
Reactie Marlies Filbri: “Er wordt veel te snel gezegd dat EU migranten die dakloos zijn geen recht zouden hebben op opvang en zorg onder de Wmo. Het wordt tijd dat dit snel verandert. We wachten met spanning op het landelijk beleid gericht op dakloze arbeidsmigranten wat helaas weer over het zomerreces is getild.”