Deze week ging ik samen met collega Peter Bos op pad met boswachter Hans. Ons doel: plekken bezoeken waar dakloze mensen slapen in Den Haag. En dan bedoel ik niet de bedden in de maatschappelijke opvang, maar slaapplekken verscholen in parken en bosjes.
Op de plekken die we bezochten waren de mensen op dat moment niet ‘thuis’. Óók mensen die genoodzaakt zijn buiten te overnachten zijn overdag vaak op pad, naar werk bijvoorbeeld. Ik keek rond en vroeg me af hoe ik dit zelf zou doen. Er gingen well honderd vragen door mijn hoofd. Door mijn werk als belangenbehartiger voor dak- en thuisloze mensen, kijk ik eigenlijk bij elke wandeling naar plekken waar ik zou gaan liggen als ik zelf dakloos was. Het is echt schrijnend om te zien dat, hoewel er extra opvangplekken zijn in de wintermaanden, er alsnog mensen buiten slapen.
De locatie voor de winterkoude regeling (WKR) gaat alleen open als de gevoelstemperatuur onder het vriespunt ligt of bij extreem guur weer. Bij temperaturen boven het vriespunt sluit deze locatie haar deuren weer. In de WKR hebben we dit jaar ongeveer 100 slaapplekken in Den Haag. In principe mag iedereen hier overnachten.
Daarnaast is er een Permanente Winteropvang (PWO) met nog eens 120 plekken die van 1 november tot 1 april beschikbaar zijn. De PWO is echter alleen toegankelijk voor mensen met een binding met Den Haag.
Ondanks deze voorzieningen zagen we deze week met eigen ogen dat er mensen in zelfgebouwde kampementjes bivakkeren. Soms verscholen aan de rand van de stad, maar ook langs drukke spoorwegen midden in de stad. Dat niemand in Nederland op straat hoeft te slapen is een illusie. Want lang niet iedereen heeft toegang tot de opvang. Daarnaast zijn er ook mensen die niet naar de opvang willen of kunnen. Kleinschalige opvang, gespikkeld door de stad, maar vooral betaalbare huisvesting is de sleutel tot succes. Daar zijn we nog lang niet. De winteropvang sluit op 1 april. Helaas zullen er dan weer meer van dit soort plekken ontstaan in Den Haag.
Sanne van Meggelen,
belangbehartiger Straat Consulaat.