“Je leert echt jezelf kennen bij deze opleiding.”
“Dat ik beroepsoriëntatie zou krijgen, dat trok me het meeste aan. Dat ik in die 10 weken kon kijken wat het beste bij me past. Ik werkte op dat moment in de kinderopvang, maar dat was veel zwaarder dan ik van te voren had gedacht. Ik dacht: als ik weer even snel naar school ga, dan kan ik met die beroepsoriëntatie kijken of de zorg iets voor mij is”’, vertelt de tweeëntwintig jarige Caja.
Ze vervolgt: “ik zat in een situatie waarin ik echt even niet meer wist wat ik moest doen. Ik moest school nog afmaken. Maar ik moest tegelijkertijd ook geld hebben. Ik moest ook nog onderdak hebben…” Een jongerenregisseur van de gemeente Den Haag bracht haar in contact met het Educatieproject, dat gecoördineerd wordt door het Straat Consulaat, in samenwerking met ROC Mondriaan en met financiële steun van het Kansfonds. “De jongerenregisseur wist niet precies hoe het in elkaar zat, maar ze wist wel dat we les zouden krijgen in Nederlands, Rekenen en Beroepsoriëntatie”, zegt Caja.
Caja vond het in het begin wel wennen. “Daarna vond ik het positief dat ik weer iets had om me aan vast te houden. Om 12.00 uur dacht ik, ik moet nu echt gaan, want ik moet om 13.00 uur op school zijn. Ik vond het fijn dat ik überhaupt weer iets van ritme had. Alles werd ook heel duidelijk aangegeven, dinsdag heb je Rekenen, woensdag Nederlands en donderdag Beroepsoriëntatie. We waren vaak maar met zes, zeven leerlingen en er waren twee docenten. Je kreeg de volle aandacht als je iets niet begreep. Het was veel minder intensief.” Lachend zegt ze: “het is gewoon een echte minischool, een Madurodamversie.”
Niet alleen de kleinschaligheid, ook de opzet sprak Caja aan. “Alles is zo flexibel. Ze denken met alles mee”, vertelt ze. “Het is eigenlijk één grote gezellige boel. We begonnen met een welkomstavond, waarbij we met zijn allen pizza zijn gaan eten. Tegelijk word je ook heel goed en serieus geholpen. Er wordt ook echt gecontroleerd of je komt of niet. Pleun, de coördinator van het project, belt je dan op en zegt: Hé, ik zie dat je niet aanwezig bent. Hoe gaat het met je? Iedereen is echt betrokken. Dat is gewoon echt heel fijn”, legt Caja uit.
“Wat je nodig hebt om deel te kunnen nemen? Je moet vooral goede moed hebben” benadrukt ze. “Goede moed en zelfvertrouwen, dat heb ik ook gemerkt. Als je een beetje zelfvertrouwen hebt, zo van, ik kan dit, dan lukt het wel. Je hebt ook focus nodig”, voegt ze er aan toe. “Focus en rust in je hoofd. En je moet aan jezelf willen werken.”
Ze vertelt van een mede cursist die halverwege de cursus een woning toegewezen kreeg. “Ze had weinig stabiliteit en was heel erg bezig met haar huis, waardoor ze geen focus meer had voor de opleiding. Ze is gestopt. Maar de docenten en de begeleiding zijn zo flexibel, dat ze later best weer in had kunnen stromen”, denkt Caja.
“Er zat ook een jongen bij mij in de klas”, vertelt ze, die deed het al voor de tweede keer. De eerste keer had hij het niet kunnen halen, omdat er middenin die opleiding iets was gebeurd waar hij zelf liever niet eens over wilde praten. Ondanks een positieve of negatieve gebeurtenis kan je altijd terugkomen en het alsnog afronden.”
Ook Caja heeft dit keer geen certificaat behaald, toch heeft de deelname aan de training veel voor haar betekend. “Bij de beroepsoriëntatie was er een opdracht die bij mij echt het lampje liet branden, om het zo maar te zeggen. Ik moest een elevator pitch houden en uitleggen aan een ‘werkgever’ wat mijn kwaliteiten zijn. Ik merkte dat ik dat heel erg moeilijk vond. Ik vond het heel lastig om iets positiefs over mezelf te zeggen, behalve dan ‘ik ben een mama’. Je leert echt jezelf kennen bij deze opleiding.”
Ze scrolt door haar telefoon en laat een foto van haar twee jarige zoontje zien. Als ik vraag hoe ik zijn naam schrijf, toont ze een tatoeage met sierlijke letters in haar hals. “Jibreel heet hij, dat is de Koranversie van Gabriel”, legt ze uit. Vertederd scrolt ze verder. “Hij eet goed. Hij slaapt goed. Hij kan echt al goed zinnetjes praten en hij pikt alles heel goed op. Hij kan ook heel goed blokken bouwen.” Ze Lacht. “Ik weet niet wat een kind van twee en een half moet kunnen doen, maar met blokken bouwen, dat doet hij heel goed. Hij leert heel snel ook. Sinds ik mijn kindje heb gekregen, ben ik nog meer gemotiveerd. Ik wil hem het beste geven.”
We praten verder over het Educatieproject. “Het heeft me veel verduidelijking gegeven over mijzelf, vertelt Caja. “Ik wilde heel erg graag weer naar school, maar ik heb tijdens de opleiding gemerkt dat ik er nog helemaal niet klaar voor ben. Ik wist niet dat ik er niet klaar voor was. Dus dit was een hele mooie en een hele goede tussenstap, om dat uit te zoeken. Door het Educatieproject weet ik nu dat ik nog niet helemaal stabiel genoeg ben om weer naar school te gaan. Dat heb ik wel meegekregen. Vooral met die beroepsoriëntatie.”
“Als jonge moeder moet je heel hard je best doen”, benadrukt ze. “Gelukkig trek ik me niet meer zoveel aan van de oordelen van anderen. Weet je, als ik dit theekopje hier zet, zegt de één, ‘nee, dat moet je daar niet zetten’, maar een ander heeft er helemaal geen probleem mee. Als ik continue op andere mensen moet gaan letten, op wat zij vinden, dan ben ik nooit tevreden met mezelf. Dat is wel echt wat ik heb geleerd in de afgelopen paar jaar.” Ze lacht weer. “Oordelen van anderen, daar trek ik me gelukkig niet meer zoveel van aan, maar wel van het oordeel dat ik over mezelf heb. Dan denk ik: ‘oooh hoe heb ik het zover kunnen laten komen?’ Maar ik heb ook echt gemerkt, het moest eerst zover komen, voordat ik de juiste hulp kreeg. Ja, dat is verrot, hè.”
Vlak voordat Caja aan de training ‘Terug naar school’ begon, kreeg ze via Housing First een woning toegewezen. Omdat ze bij de aanvraag verteld had over haar zoontje, ging het gelukkig sneller dan ze had gedacht. “Ik moet nog veel leren”, zegt ze. “Het is mijn eerste huis. Dus ik moet ook nog kijken hoe vaak ik de wasmachine kan aanzetten, voordat mijn rekening door het plafond gaat. Ik moet dat nog allemaal uitvogelen. Ik doe het beetje bij beetje. Daarom is mijn zoontje in het weekend bij mij en door de week bij zijn oma, de moeder van zijn vader.”
Vastbesloten benadrukt ze: “ik weet nu dat ik eerst sterker in mijn schoenen moet komen te staan. Over twee dagen heb ik het tweede gesprek met een therapeut. Het is een hele heftige periode geweest, ook mentaal. Ik wil alles zo goed mogelijk doen voor mijn zoontje, maar ik doe het nog vooral voor hem, in plaats van voor mijzelf. Ik wil nu eerst aan mijn eigen herstel werken.”
Caja zou de training graag nog een keer volgen, als ze er klaar voor is. Wanneer, dat weet ze nog niet. “Als het sneller gaat, dan gaat het sneller, als het langzamer gaat, dan komt het wel.” Ze heeft geen suggesties om de training te verbeteren. “Ik blader nog steeds in de boeken die ik heb gekregen”, zegt ze, “terwijl ik helemaal geen les meer heb. Gewoon om de opdrachten te bekijken. Een heleboel is multiple choice, of eigen mening enzo. Als ik ze lees, dan denk ik over dingen na, waar ik normaal niet over nadenk.” Vrolijk zegt ze: “het klinkt raar om het te zeggen, maar je krijgt dan gewoon meer inspiratie.”
Tekst: Camie van der Brug
Foto: Eveline van Egdom