Het is een tamelijk drukke ochtend op het perron. Veel mensen wachten op hun tram en sommigen kijken verbaasd naar een persoon die, zittend op een bankje druk bezig is met het uit elkaar halen van een paraplu. Naast hem liggen nog 3 andere paraplu’s, verder heeft hij nog wat persoonlijke spullen bij zich. Hij valt niet op door zijn kleding of uiterlijk alhoewel hij wel dikker gekleed is, maar wel door zijn bezigheden. Ik merk dat hij als een “vreemde vogel” wordt bekeken, hij heeft zelf niets in de gaten.
Ik herken de man en spreek hem aan op het moment dat hij opstaat om de baleinen weg te gooien in de prullenbak. “Hallo” zeg ik, “hoe gaat het met U”. Met een blij gezicht draait hij zich naar mij toe en begint meteen te vertellen waarmee hij bezig is. Hij heeft het nylon doek wat overblijft nodig om zijn spullen te kunnen beschermen tegen de regen… enne hij merkt op dat “de mensen” altijd zomaar zoveel weggooien. Zonde zegt hij. Hij herkent mij vaag en vertelt meteen dat een collega van het Straat Consulaat hem helpt om eindelijk na jaren dakloos te zijn, een woning te regelen want daar is hij aan toe. Het is genoeg zo……….
In een flits ziet hij zijn tram aankomen, grist zijn spullen bij elkaar, en met in zijn ene hand 4 paraplu’s en in zijn andere hand zijn tassen is hij net op tijd binnen. Ik kan hem nog net in het voorbijgaan een hele goeie dag toewensen. Het reizende publiek op het perron kijkt mij verbaasd aan, en ik lach terug………